Colombia is rauw, ruw, ongerept, verontrustend en beeldschoon.

Daar waar nationale parken met ongerepte jungles je de adem benemen, waar walvissen opduiken in de Stille Oceaan, waar op de idyllische witte stranden zee schildpadden hun eieren leggen.

Daar waar ik onderwater een wereld ontdekte die ik niet anders kan omschrijven dan een apocalyptische ramp van verbleekt koraal, dode vissen en plastic. Daar zag ik witte stranden die langzaam maar zeker door de stijgende zee worden opgeslokt. Ik zag armoede, mensen die op straat of onder een brug moeten leven.

Maar ik zag ook onwaarschijnlijk veel lieve mensen met een heel groot hart. Ontelbare soorten vogels, insecten en dieren. Talloze nationale parken met ecohostels en duurzame oplossingen.

Colombia heeft het allemaal. De rijkdom, de armoede, de toekomst en het verleden. Het is voelbaar in de steden, de natuur en de mensen.